Karin Broer uit Grou beschrijft haar eerste ervaringen als fietsdocent
Als fietsdocent bereik je de grenzen van het fietsende leven. Even verder, en de afstanden worden oneindig vermoeiend door het lopen. Je bent overgelaten aan de grillen van het openbaar vervoer of veroordeeld tot de gunsten van automobilisten. Als je een ding leert als fietsdocent is dat de fiets buitengewoon aantrekkelijk is, als je hem nog niet of bijna niet meer beheerst.
Nieuwe Nederlanders willen zo graag fietsen! Een valpartij, een kapotte broek, daar malen ze niet om. Ze verschijnen ook op fietsles als ze nauwelijks kunnen lopen omdat ze in het weekend iets te overmoedig een viaduct zijn afgeroetst. Doorzetten, ook al is dat fietsen enorm moeilijk. Je hoeft niet te vertellen waarom fietsen handig is. Boodschappen doen, met de kinderen naar voetbal fietsen, naar de grote stad.
Vrijheid
Ik vertel dat ik ooit naar Italië ben gefietst. Je ziet ze denken. Italië …fiets? Een nieuw perspectief wenkt. En als fietsen dan lukt, als die eerste paar meters worden gemaakt, als ze voor het eerst de wijk in gaan, dan stralen ze.
Tachtigers die naar een fietsinformatiedag komen, staan helemaal aan de andere kant van het fietsbestaan. Zij voelen dat de macht hen aan het ontglippen is. De pedaalpower die hen hun hele leven overal heeft gebracht, dreigen ze te verliezen. Die fiets die in de genen leek te zitten, wordt lastig te besturen. De wereld wordt steeds meer vol gevaren, waar het eens vol plezier was. En ze doen er alles aan om dat verlies uit te stellen, om dat niet te laten gebeuren. Ze kopen de mooiste en duurste e-bikes. Ze luisteren naar hun kinderen die aanwijzingen geven. Ze gaan naar een fietsinformatiedag. Maar het is lastig. Een andere manier van opstappen aanleren kan eigenlijk niet meer, als je het 70 jaar anders heb gedaan. In hun hoofd zijn ze nog 17 of 25 of 50, maar niet 80. En zeker geen 80-plusser zonder fiets. Nee, dat nooit.
Een lijst met medewerkers
-
Karin Broer
Journalist, tekstschrijver en fietsdocent