‘Dit zijn knipfietsen. Losgeknipte fietsen uit de grote steden.’ Van weesfietsen had ik wel gehoord, maar nog niet van knipfietsen. Ze stonden te koop op het Wilhelminaplein in Leeuwarden. De naam van de verkoper was Gerard. Hij vertelde dat hij vandaag zijn beste dag gehad sinds hij vanaf 26 mei op de vrijdagmarkt stond.

Hoe kunnen ze die fietsen zo goedkoop verkopen? Dat vroeg Kees mij vanaf het terras van de Meppeler wafelbakker, die ook op de vrijdagmarkt staat. Kees zit bijna iedere week op dat terras en sinds vrijdag 26 mei heeft hij uitzicht op de kraam van Gerard, de verkoper van tweedehands fietsen. Die gaan weg voor 45 euro.

Gerard vertelde mij dat die fietsen zo goedkoop weggaan omdat hij ze zo goedkoop kan inkopen én omdat hij er (nog) niet aan hoeft te verdienen. Gerard heeft een auto-ongeluk gehad en daar een verbrijzeld bovenbeen aan overgehouden. De fietsenverkoop is voor de inkomsten momenteel bijzaak, maar daarom niet minder belangrijk.

Deze dag had hij vier fietsen in één keer verkocht. Een mooie dag, aldus Gerard, die in De Blesse woont en voor zijn ongeluk als stratenmaker de kost verdiende. Dat lukt nu niet meer met dat bovenbeen.

De knipfietsen die hij op het Wilhelminaplein verkoopt komen uit Breda, opgekocht van de gemeente. Ook koopt hij fietsen uit Amsterdam en Leeuwarden. ‘Die fietsen uit Leeuwarden verkoop ik hier niet, anders krijg je klanten die zeggen: hé, dat is mijn fiets.’